Promotieonderzoek Milou Looijmans geeft richting aan effectief jongerenbeleid suïcidepreventie.
Suïcide is een van de belangrijkste doodsoorzaken onder jongeren wereldwijd. In Nederland groeit de zorg over het stijgende aantal suïcidepogingen, vooral onder jonge vrouwen. Woensdag 16 april promoveert Milou Looijmans, onderzoeker bij 113 Zelfmoordpreventie, aan de Vrije Universiteit Amsterdam op haar proefschrift “Zelfmoordpreventie bij jongeren: verschillende invalshoeken voor effectief beleid en praktijk”. Haar onderzoek biedt nieuwe, concreet toepasbare inzichten voor beleid, praktijk en preventie.
Looijmans legt uit dat suïcide bij jongeren een complex probleem is, waarbij psychologische, sociale, biologische en culturele factoren met elkaar verweven zijn. “We zien een verontrustende stijging in zelfbeschadiging en suïcidepogingen onder jongeren, vooral bij jongvolwassenen tussen de 20 en 30. Maar de cijfers vertellen slechts een deel van het verhaal,” aldus Looijmans. “Achter elk cijfer schuilt een jongere in crisis – en het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid als samenleving om daar beter op te reageren.”
Van incident naar systeem: de kracht van monitoring en samenwerking
Een onderdeel van Looijmans’ proefschrift is de bijdrage aan de ontwikkeling van een nationale, lerende monitor in de jeugdzorg. In samenwerking met zorgprofessionals, ouders en ervaringsdeskundigen bracht ze negen cruciale indicatoren in kaart voor betere signalering en zorg rond suïcidaal gedrag. Denk aan het bespreken van suïcidaliteit, het betrekken van ouders en naasten, en het opstellen van veiligheidsplannen.
Zorgprofessionals hebben behoefte aan concrete handvatten én een systeem dat van fouten leert,” stelt Looijmans. “Met een nationale monitor kunnen we trends tijdig signaleren en organisaties ondersteunen in hun leerproces.
Mbo-studenten: de vergeten groep
Uniek aan het onderzoek van Looijmans is haar grootschalige studie onder meer dan 100.000 mbo-studenten – een doelgroep waar tot nu toe weinig over bekend is in de context van suïcidepreventie. De resultaten zijn alarmerend: suïcidepogingen en suïcidale gedachten zijn de afgelopen tien jaar toegenomen in deze groep. Vooral angst en depressie spelen een rol, met opvallende verschillen tussen jongens en meisjes.
Het mbo is lang onderbelicht gebleven als het gaat om mentale gezondheid,” zegt Looijmans. “Terwijl juist daar veel jongeren zitten met kwetsbare achtergronden. Hier ligt een belangrijke taak voor onderwijsinstellingen én de politiek.
Wat jongeren zélf nodig hebben
Op basis van gesprekken met jongeren met suïcidale gedachten en een internationale literatuurstudie, formuleerde Looijmans aanbevelingen over wat ervaringsdeskundige jongeren zelf als helpend ervaren. Dat zijn niet alleen betere toegang tot zorg, maar ook meer aandacht voor informele steun, peer support, het verkleinen van het taboe en verbeteren van mentale gezondheidseducatie op school. Jongeren benadrukten bovendien de impact van maatschappelijke druk, sociale media en een gebrek aan bestaanszekerheid.
Een opvallende bevinding uit haar psychologische autopsiestudie is dat leeftijdsgenoten vaak extra waardevolle informatie geven over wat jongeren doormaakten voorafgaand aan hun overlijden – informatie die vaak nog iets toevoegt boven op de waardevolle informatie van ouders.
Van beleid tot praktijk: pleidooi voor systeemverandering
Looijmans doet in haar proefschrift een krachtig pleidooi voor een meer integrale en sector overstijgende aanpak. Ze roept op tot beleidsmatige veranderingen in onderwijs, jeugdzorg, sociale zekerheid en digitale leefomgeving.
Als we jongeren écht willen helpen, moeten we niet alleen naar individuele risicofactoren kijken of ons enkel op indicatieve preventie richten,” zegt ze. “We moeten ook de systemen waarin jongeren opgroeien fundamenteel verbeteren.
Hoop begint met er gewoon zijn
Het promotieonderzoek van Looijmans laat zien dat suïcidepreventie bij jongeren niet alleen draait om cijfers, protocollen en zorgsystemen. Het begint met menselijkheid: écht luisteren, nabij zijn, jongeren serieus nemen en durven praten over wat vaak onbespreekbaar blijft. Looijmans sluit haar proefschrift af met een citaat van journalist Maarten Dallinga, die in zijn podcast ‘Verstrikt’ openhartig sprak over suïcidale gedachten:
Vaak help je iemand die in het donker staat niet door hem naar het licht te wijzen. In plaats daarvan kun je naast iemand gaan staan in het donker.
Dat naast iemand staan – in gesprek, in vertrouwen, in verbinding – kan het verschil maken. Dáár begint hoop.
Milou Looijmans promoveert op woensdag 16 april aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Het volledige proefschrift is hier beschikbaar.