René van der Veen studeert aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Hij werd geboren in Kimswerd, een klein dorpje in de buurt van Harlingen, Friesland. Sinds 2018 woont hij in Utrecht, waar hij naast zijn studie lid is geworden van de LHBTI-vereniging Anteros. Hier heeft hij ook de meeste van zijn Utrechtse vrienden ontmoet. René zit nu in het laatste jaar van zijn studie en is daarvoor bezig met het schrijven en regisseren van een korte film die gaat over het bespreekbaar maken van mentale problemen. Hij heeft hiervoor een crowdfunding opgezet. Wij spraken René over zijn leven én zijn film.
Angst en paniek
In 2019, een half jaar nadat ik begon met studeren, had ik een paniekaanval: voor het eerst, dacht ik. Niet veel later ging ik langs bij een psycholoog, daar werd ik gediagnosticeerd met een gegeneraliseerde angststoornis. Ik piekerde constant, ik was erg kritisch over mezelf en tijdens mijn sessies ontdekte ik samen met mijn psycholoog dat ik ook al in mijn tienertijd meerdere keren paniekaanvallen had gehad. Mijn angst wordt voornamelijk veroorzaakt door 'confrontaties', bijvoorbeeld als ik toestemming moet vragen aan een docent of al helemaal wanneer iemand zegt dat ze 'even willen praten'. Dat soort woorden zetten me meteen 'aan'.
Doemdenken
Bovenop mijn angststoornis heb ik te maken (gehad) met een negatief zelfbeeld, wat gedeeltelijk veroorzaakt werd door het vele piekeren en nadenken. Ik voelde me vaak alleen, of heb vaak het gevoel gehad dat vrienden net alsof deden, dat ze me eigenlijk helemaal niet zo leuk vonden als ik dacht. Mijn psycholoog gebruikte het woord 'doemdenken', en dat vond ik erg passend. Ik ben al gauw pessimistisch, ook als het gaat over het grote plaatje: politiek, klimaatverandering, de zin van het leven. Het is voor mij erg makkelijk om in een soort zwart gat te vallen, maar hier probeer ik altijd tegenin te blijven gaan. Ik ben te koppig om dat niet te doen.
Schuldig voelen
Ik heb het nooit erg makkelijk gevonden om aan andere mensen te vertellen dat er iets was, uit angst dat ik niet serieus genomen zou worden, of dat zij zich schuldig zouden voelen: dat was het laatste wat ik wilde veroorzaken. Mijn familie wist daarom pas dat ik met deze problemen rondliep toen ik al naar de psycholoog wilde gaan. Achteraf gezien had ik het ze veel eerder willen vertellen. Uiteindelijk heeft vrijwel iedereen in je leven het beste met je voor, maar als ze niet weten dat er iets is, dan kunnen ze je ook niet helpen.
Praten over mijn emoties
Pas toen ik met vrienden en familie begon te praten over mijn emoties en mentale problemen, konden dingen beter worden. Vele van hen bleken met soortgelijke gevoelens en problemen rond te lopen, zonder dat ik dit ooit door heb gehad. De professionele hulp van mijn psycholoog was enorm waardevol. Van haar heb ik technieken geleerd die ik nog steeds toepas, waardoor ik om kan gaan met mijn angststoornis wanneer deze weer eens opkropt, wat overigens steeds minder vaak gebeurt. Bovendien praat ik nu regelmatig met mijn vrienden als er iets aan de hand is. Ik ben daarbij ook een stuk dichterbij mijn familie gekomen.
Het goede leven
Mijn afstudeerfilm 'The Good Life!' gaat over een typische sitcom-familie (denk aan That 70's Show) die recentelijk een familielid zijn kwijtgeraakt, waar ze stuk voor stuk mentale problemen aan over hebben gehouden. Het probleem: niemand praat er met elkaar over. De hoofdpersoon heeft zelfs het idee dat hij de enige is die zich nog slecht voelt, terwijl de rest van zijn familie al door lijkt te gaan. De film is direct geïnspireerd door de ervaringen die ik eerder heb beschreven. Ik hoop met dit verhaal te helpen met het bespreekbaar maken van mentale problemen. Momenteel zijn we nog druk bezig met het ophalen van geld voor deze productie via crowdfunding.
Wacht er wel op
Mijn hoop is dat andere mensen die in hetzelfde schuitje zitten zich durven uit te spreken over hun problemen. Nog belangrijker: dat ze hulp krijgen voor deze problemen. Het geestelijke gezondheidsstelsel in Nederland laat met zijn eindeloze wachtrijen nog veel te wensen over, maar toch raad ik iedereen die het kan aan om te wachten tot ze de professionele hulp krijgen die ze nodig hebben, tot die tijd is het onmisbaar om te leunen op de steun van vrienden en familie.