Denk je aan zelfdoding?

We zijn er voor je. 
Je kunt met ons geheel anoniem bellen of chatten.

Bel gratis 0800-0113 Chat met ons Teletolk
Bel of chat met ons
Zoeken
psychosociale autopsie

Psychosociale autopsie werpt nieuw licht op zelfdoding: inzichten voor betere preventie  

113 heeft onderzoek gedaan naar 414 recente zelfdodingen in Nederland in de periode 2020-2024. Dit omvangrijke onderzoek, uitgevoerd via een psychosociale autopsie, biedt waardevolle inzichten in de levens en omstandigheden van mensen die overleden zijn aan zelfdoding. In de psychosociale autopsie wordt via uitgebreide vragenlijsten en verdiepende interviews geleerd van de ervaringen van nabestaanden om suïcidepreventie in Nederland beter uit te kunnen voeren.  

De onderzochte zelfdodingen betroffen 172 jongeren tot 30 jaar, 76 dertigers en 166 mensen van middelbare leeftijd. Daarnaast zijn 90 verdiepende interviews afgenomen met naasten van overledenen: 28 jongeren tot 30 jaar, 14 dertigers en 36 personen van middelbare leeftijd (40-70 jaar). Deze gesprekken bieden waardevolle inzichten in de achterliggende factoren en aanleiding tot een zelfdoding. 

Opvallende bevindingen  

De onderzochte zelfdodingen hebben duidelijk meerdere oorzaken en laten een complex samenspel van factoren zien. Hieronder volgen enkele opvallende bevindingen. Het rapport bevat een veel uitgebreidere beschrijving van tientallen risicofactoren, patronen, subgroepen en nieuw ontdekte thematiek. 

Onzichtbaar lijden van jonge mannen 

Veel meer mannen (18%) dan vrouwen (8%) overleden volgens de nabestaanden out-of-the-blue. Het verschil was nog groter bij jongeren (respectievelijk 21% en 6%). De bevinding dat overleden jonge mannen nooit eerder signalen hebben laten zien of hulp hebben gezocht, geeft aan dat jongens moeilijk over hun mentale gezondheid praten en meer passende interventies nodig hebben. Ouders kunnen gebaat zijn bij training (zoals de VraagMaar Training of Verbindend Gezag) om beter te weten wat ze thuis zelf kunnen doen in het omgaan met suïcidaliteit en hoe ze thuis beter kunnen praten over psychische problemen. 

Sociale besmetting bij jonge vrouwen 

Meer dan de helft van de overleden jonge vrouwen (60%) kende iemand die was overleden door zelfdoding. Het sociale netwerk van jonge vrouwen bestond toenemend uit jongeren met psychische problematiek en suïcidaliteit. Vooral de besmetting van suïcidaal gedrag in een klinische setting was opvallend. Waar de andere jongeren eerst een baken van herkenning en erkenning waren, werden de jongeren in toenemende mate blootgesteld aan voorbeelden van suïcidaal gedrag. Sociale besmetting is een gevoelig, maar urgent thema. Meer aandacht in de behandeling voor ongezonde netwerken is belangrijk en het stimuleren van sociale contacten buiten de klinische setting. 

Financiële problemen bij dertigers 

Voor het eerst is onderzoek gedaan naar dertigers die zijn overleden door zelfdoding. Opvallend veel dertigers hadden financiële problemen: 43% had moeite met rondkomen van het eigen (huishoud) inkomen tegenover 30% in de totale groep. In de interviews werd een verdieping gegeven op de ervaren financiële problemen. Vaak kwamen deze voort uit een onvermogen om te werken door hun slechte mentale gezondheid. Daarnaast werden de kosten van verslaving, impulsiviteit, studieschuld en de kosten voor hypotheek of huur als belangrijke factoren genoemd voor het ontstaan van de financiële problemen. Meer training is nodig van professionals die werken met mensen in financiële problemen, gericht op het herkennen van mentale problemen en het bieden van handelingsopties. 

Suïcidaliteit als contra-indicatie  

Van de overleden personen kreeg 42% gespecialiseerde zorg (GGZ) op het moment van overlijden en stond 20% op een wachtlijst voor behandeling. In de interviews werd duidelijk dat een complexe zorgvraag door meerdere psychiatrische aandoeningen regelmatig leidde tot afwijzing voor een behandeling en een gebrek aan helder behandelperspectief en continuïteit van behandeling. Behandelaren in de eerstelijnszorg hebben meer kennis en handvatten nodig zodat ze niet altijd automatisch doorverwijzen naar specialistische centra bij suïcidale uitingen (zie de Toolkit van 113 Zelfmoordpreventie). Dit onderzoek gaat over het naastenperspectief. We kunnen nog meer leren van het perspectief van hulpverleners om ervoor te zorgen dat patiënten met suïcidaliteit niet worden uitgesloten van zorg.   

Eenzaamheid heeft grote impact  

De meerderheid van de overleden personen (83%) voelde zich alleen op het moment van overlijden. In de interviews werd duidelijk dat een gebrek aan verbinding ervaring vaak een terugkerend thema was in de levensloop van de overleden personen. Deze bevindingen laten zien dat eenzaamheid een enorme risicofactor is. Dit vraagt om het actiever inzetten van de gemeenschap met als doel het creëren van ergens bij te horen, zingeving en een gevoel van waarde te zijn voor anderen. In andere landen, zoals Italië, zijn hier goede voorbeelden van. In Nederland zijn diverse werkzame interventies voor het aanpakken van eenzaamheid beschikbaar. 

Zelfmedicatie en middelenmisbruik 

Jongeren en dertigers gebruikten vaak drugs in de zes maanden voor het overlijden (50% van de dertigers gebruikten softdrugs en 31% harddrugs). Voor jongeren en dertigers kan middelengebruik in verband worden gebracht met een slechte emotieregulatie. Het (extreme) misbruik van middelen leek vaak een overlevingsstrategie, waardoor de onderliggende problemen niet zichtbaar werden voor de omgeving of de behandeling belemmerden. Jongeren zelf beschouwden het soms als zelfmedicatie. Suïcidaliteit heeft daarom een geïntegreerde, persoonsgerichte benadering nodig waarin zowel psychiatrische als psychosociale factoren (zoals schulden of schooluitval) worden meegenomen. 

Conclusie 

Het rapport van de psychosociale autopsie 2025 biedt een unieke combinatie van resultaten uit vragenlijsten en interviews om het verhaal achter de zelfdoding beter te begrijpen. Dit levert een nieuwe bron van kennis op voor suïcidepreventie naast al bestaande bronnen in Nederland zoals de demografische data van het CBS. Om zoveel mogelijk impact te maken op suïcidepreventie in Nederland, heeft een multidisciplinaire expertraad belangrijke bevindingen naar aanbevelingen vertaald voor het sociaal domein en de geestelijke gezondheidszorg. Dit onderzoek gaat over het naastenperspectief waarin het perspectief van behandelaren nog ontbreekt. Hiertoe wordt een lerend systeem opgezet genaamd Harmony om te leren van zelfdodingen in de GGZ.

Het volledige rapport is hier in te zien.  

Informatie en deelname onderzoek 

Wil je meer weten over het onderzoek of zelf deelnemen aan de psychosociale autopsie? Of ken je iemand anders die je op het onderzoek zou willen attenderen? Via deze link kun je deelnemen aan het onderzoek: https://www.113.nl/samen-leren-minder-suicide.  

Lees ook: Psychosociale Autopsie onthult nieuwe inzichten in zelfdoding