Boris van der Heijden (22 jaar) organiseerde samen met zeven andere studenten van het Utrechtsch Studenten Corps (USC) en de Utrechtsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging (UVSV) de Welzijnsweek ‘Samen Nooit Alleen’. Zelfdoding is doodsoorzaak nummer 1 onder jongeren, het USC heeft het van dichtbij meegemaakt. Daarom is er hard gewerkt aan een programma met symposia, workshops en een panelgesprek. Renske Gillissen, manager afdeling onderzoek bij 113, was ook uitgenodigd om te komen spreken. Wij interviewden Boris over de totstandkoming van deze week.
Wat is het verhaal achter ‘Samen Nooit Alleen’?
“Binnen het USC hebben we in twee jaar tijd vier zelfdodingen meegemaakt. Dat was voor ons een teken dat er iets moest veranderen. Vanuit die gedachte is de welzijnsweek ontstaan. Van 6 tot en met 9 mei organiseerden we een divers programma, dat we zeven maanden lang hebben voorbereid. We begonnen met een symposium over depressie en suïcide in de Domkerk, waar 113 ook bij aanwezig was. Het was tot de nok toe gevuld, met meer dan 600 bezoekers.
Vertel eens, waar ging het symposium over?
“Het symposium werd geopend door Frederieke Vriends, directeur van MIND Us (red: Stichting MIND Us wil de mentale gezondheid van jongeren verbeteren). Zij vertelde hoe het kan dat iemand zich slecht voelt en op welke manieren je deze persoon kan helpen. Daarna kwamen Benjamin en Quirijn de Beaufort aan het woord. Hun drielingbroer Jan was lid bij het USC en overleed in 2022 door zelfdoding. Deze gebeurtenis heeft een diepe indruk op onze vereniging gemaakt. De broers vertelden over de impact van het verlies en het leven na de suïcide van Jan.
Ook was de Utrechtse cabaretier Claudia de Breij aanwezig. De vele online berichten en foto’s die destijds van en over Jan werden verspreid raakten haar zo dat ze besloot om een nummer over hem te schrijven. Dat lied heeft ze die avond voor ons gezongen. Daarna was het de beurt aan Renske Gilissen van 113. Zij informeerde ons meer over de het hoge aantal zelfdodingen onder jongeren. Als afsluiting vertelden de voorzitter van de UVSV en de vice-voorzitter van het USC meer over wat de verengingen doen aan het mentale welzijn van de leden.”
Hoe zag de rest van het programma eruit?
“Twan Huys en Diederik Gommers waren uitgenodigd voor een panelgesprek over geluk. Er werden workshops gegeven over mentale gezondheid, seksuele omgang en prestatiedruk. En een van de avonden stond in het teken van alcohol- en middelengebruik.”
We vinden het lastig om met 'goed genoeg' tevreden te zijn. Dit heeft effect op het mentale welzijn van veel studenten.
De Welzijnsweek was dus een groot succes?
“De druk ligt voor studenten echt hoog; goede cijfers halen is allang niet meer voldoende. We vinden het lastig om met 'goed genoeg' tevreden te zijn. Dit heeft effect op het mentale welzijn van veel studenten. Gelukkig wordt er nu vaker over gesproken dan een paar jaar terug, naar mijn gevoel hebben meer mensen affiniteit met het onderwerp. Ik denk dat dit één van de redenen van het succes van deze week is geweest. Zowel het USC als de UVSV besteden veel aandacht aan de problematiek. Beide verenigingen vonden het zelfs zo belangrijk dat zij in de Welzijnsweek gesloten waren; even geen borrels en andere activiteiten.
Wat ook heeft bijgedragen is dat alle onderdelen gratis toegankelijk waren. We zijn bij de gemeente, hogeschool en universiteit langs gegaan om te vragen of zij het programma financieel wilden steunen en daarna is er door acquisitie bij vele fondsen extra geld geworven. Bij elkaar heeft dat ervoor gezorgd dat de Welzijnsweek kostendekkend was.”
Wat is jouw persoonlijke motivatie?
“Veel mensen lopen met problemen rond die je aan de buitenkant niet kunt zien, maar die in feite een heel groot onderdeel van ze zijn. Die ervaring heb ik zelf ook. Ik vind het belangrijk dat die problemen bespreekbaar worden gemaakt. Mijn hoop is dat de welzijnsweek hieraan bijdraagt. Ik zou het mooi vinden als we anderen hebben overtuigd dat ze naar iemand toe kunnen stappen als het niet goed gaat, en dat dat niet raar, stom of zwak is. Anderen laten weten hoe het vanbinnen met je gaat maakt je kwetsbaar en daarom kan dat lastig zijn. Maar het is juist heel moedig om te praten over wat je verscheurt. Niet iedereen heeft een familielid, vriend of vriendin waar ze zomaar even naar toe kunnen stappen, maar weet dat er altijd iemand is die echt naar je wil luisteren. Of dit nou een docent, vertrouwenspersoon bij je faculteit of een professional is, er is echt iemand die jou zal horen als je daar maar om vraagt.”
Anderen laten weten hoe het vanbinnen met je gaat maakt je kwetsbaar en daarom kan dat lastig zijn. Maar het is juist moedig om te praten over wat je verscheurt.
Hoe hoop je dat het nu verder gaat?
“Ik zou de rest van Nederland willen aansporen om ook acties over het onderwerp op te zetten. Het taboe op praten over je mentale gezondheid moet er echt af. Je hebt maar een paar mensen nodig om een verandering op gang te brengen. Ik heb gehoord dat studenteninitiatieven zoals deze eigenlijk nooit dit formaat aannemen. Dat is echt een gemiste kans, want het kan namelijk wel. Ik hoop dat ik met het delen van dit verhaal andere studenten- en studieverenigingen de inspiratie geef om zelf ook iets ter bevordering van mentale gezondheid te organiseren.”