Denk je aan zelfdoding?

We zijn er voor je. 
Je kunt met ons geheel anoniem bellen.

Bel gratis 0800-0113 Chat met ons
Bel of chat met ons
Zoeken

Veelgestelde vragen overleg en advieslijn

Het komt vaker voor dat professionals te maken krijgen met suïcidaliteit binnen hun organisatie, hieronder vind je een overzicht van veelgestelde vragen met daarbij een advies.

Staat je vraag er niet tussen, of is je vraag onvoldoende beantwoord, dan heb je de mogelijkheid om via een webformulier een vraag aan ons te stellen.

Behoefte aan direct advies bel dan op werkdagen (ma -vrij) tussen 9:00 en 16:00 uur naar 020-3113 888. Je krijgt dan een hulpverlener aan de lijn.

Wat kan ik doen bij suicidale uitlatingen van een werknemer/leerling/client en wat is de beste houding?

Als professional kun je je afvragen wat je kan doen als je client, of werknemer, collega etc. suïcidale gedachten heeft, suïcidaal gedrag laat zien of hierover vertelt. Ga zonder oordeel en open het gesprek aan. Door het stellen van open vragen en geven van reflecties, nodig je de persoon met zelfmoordgedachten uit om over zijn/haar zelfmoordgedachten in gesprek te gaan en de ander het gevoel te geven zich gehoord te voelen. 

Nadat je het gesprek bent aangegaan en de ander de ruimte hebt gegeven om zijn/haar verhaal te doen, is het fijn om stil te staan bij wat jij in die situatie kan doen en of dit passend is binnen jouw rol. Dit doe je door hier concreet naar te vragen “wat heb jij nu van mij nodig? Wat kan ik voor jou doen? Wat zou je nu fijn vinden om te doen of af te spreken?”. Twijfel je over wat je als professional iemand kan bieden, overleg met je leidinggevende of een collega. Belangrijk hierbij is, is om ten aller tijden je dossier goed bij te houden, blijf noteren welke stappen je neemt en waarom. Documenteer je overwegingen. 

Het is hierbij ook belangrijk om stil te staan bij de veiligheid van de persoon met zelfmoordgedachten: heeft hij/zij al een plan of voorbereidingen getroffen? Is er iemand anders op de hoogte van dit plan? Zijn er anderen bij betrokken of is er een mogelijk risico voor anderen? Maak je je op basis hiervan zorgen over de ander en wil je hier wat mee doen, wees dan zo transparant mogelijk en bespreek wat je overwegingen zijn. 

Twijfel je of vind je het moeilijk om hier iets mee te doen, maak het bespreekbaar met een collega en doe het vooral niet alleen. Volg hierin altijd het protocol dat binnen jouw organisatie gebruikt wordt.  
 

Hoe maak ik (mogelijke) zelfmoordgedachten bespreekbaar?

Probeer eerst aansluiting te vinden. Knoop een gesprek aan, en laat zien dat je je zorgen maakt, waarbij je benoemt wat je ziet gebeuren. Er zijn geen verkeerde vragen. Je kan ook geen zaadje planten door te vragen naar gedachten aan zelfmoord. Vraag er dus vooral direct naar, het open gesprek helpt de ander enorm. Luister, en toon begrip. Probeer ook uit jezelf te praten, geef aan dat je denkt dat hulp nodig is. 

Wees open, niet veroordelend en vooral empathisch. Je kunt beter niet zelf proberen het op te lossen, beloven dat je het geheim houdt of iemand proberen te overtuigen van waarom zelfmoord geen goed idee is. Mocht je dieper hierop in willen gaan, verwijzen wij je graag naar de Vraag Maar Training gericht op suïcidepreventie.
 

Wat zijn de wettelijke verplichtingen als het gaat om suïcide? Zit er verschil als het gaat om minderjarige of meerderjarige?

Voor mensen vanaf 16 jaar en ouder geldt het volgende: De boodschap vanuit 113 in dit soort situaties is: praat erover, beloof zorgvuldigheid maar nooit geheimhouding, draag het niet alleen. Je bent niet verantwoordelijk, maar probeer wel alles te doen wat in je macht ligt.

Het is niet strafbaar om niet in te grijpen als ‘gewone burger’ (als naaste dus), als (BIG-)geregistreerde hulpverlener kun je wel met het tuchtcollege te maken als je onvoldoende ingrijpt. Aanzetten tot zelfmoord is wel een strafbaar feit voor iedereen. Strafbaarheid is dus in principe niet iets wat je aangeeft als reden om hulpdiensten o.i.d. in te schakelen, temeer omdat het bij de naaste de spanning kan opvoeren wat niet bevorderlijk is.


Voor jongeren onder de 16 jaar geldt het volgende: volgens de WGBO zijn jongeren onder de 16 jaar niet in staat om zelfstandig medische beslissingen te nemen; zelfmoord valt hier ook onder. Vanaf 16 jaar word je als volwassene beschouwd. Dit betekent dat je als professional de mogelijkheid hebt om je beroepsgeheim te doorbreken als jij inschat dat dit nodig is. Bespreek je overwegingen altijd met een collega en volg hierin het geldende protocol dat op jouw werkplek gehanteerd wordt. 
 

Wat zijn de mogelijkheden tot hulp (binnen 113)?

113 biedt verschillende vormen van hulp aan. 

•    De hulplijn: hulpvragers kunnen anoniem in gesprek over zelfmoordgedachten, ook wanneer iemand in crisis is. Deze lijn is 24/7 geopend, en bereikbaar op 0800-0113, 113 of via de chat.
•    Online therapie: gedurende 8-12 gesprekken met een vaste behandelaar kan een hulpvrager werken aan het leren omgaan met de zelfmoordgedachten en het opstellen van een veiligheidsplan. Online therapie is vanaf 16 jaar. 
•    Online coaching: gedurende 1-4 gesprekken met een vaste behandelaar kan een hulpvrager in gesprek over (de twijfels naar) het zoeken naar hulp
•    Zelfhulpcursus: in zes online lessen kan een hulpvrager zelfstandig aan de slag met theorie, oefeningen en opdrachten om beter om te leren gaan met zelfmoordgedachten
•    Tenslotte staan er ook heel veel tips op de website. 
 

Wat zijn inhoudelijke adviezen over hoe je, als professional, een (poging tot) zelfmoord bespreekbaar kan maken met omstanders?

Belangrijk is om het niet simpeler te maken dan het is, dus wek niet de illusie dat er één aanwijsbare oorzaak is. Ook is het belangrijk om de persoon in kwestie niet te veroordelen, maar juist stil te staan bij de tragiek hiervan. Het kan allerlei soorten emoties oproepen, verdriet, woede, maar ook bijvoorbeeld schuldgevoelens.

Moedig vooral aan om elkaar hierin te ondersteunen en met elkaar in gesprek te blijven hierover. Een ander belangrijk punt is om niet de methode van de zelfmoord(poging) te bespreken. De eerdergenoemde simplificatie en het benoemen van de methode vormen ‘besmettingsgevaar’

Mijn cliënt/leerling/werknemer wil niet dat ik familie betrek, hoe ga ik hiermee om?

Ga in eerste instantie in gesprek met jouw cliënt/leerling/werknemer waarom hij/zij dit liever niet wil. Geef de ruimte om obstakels en twijfels hierover te bespreken en probeer diegene met motiverende gespreksvoering zover te krijgen dit te willen bespreken.

Een voordelen en nadelen analyse van wel of niet bespreken kan hierbij helpen. Op deze manier krijg je inzicht in de beweegredenen en kan je hier indien nodig rekening mee houden. Onderstaande vragen kunnen je hierbij helpen:
“Wat zou het je kunnen opleveren als je het wel doet?
“Wie in jouw omgeving/ in jouw familie vertrouw je het meest? 
“Als we het jouw moeder/vader/…. Etc. zouden vragen, wat zouden zij dan zeggen?”
Je kan ook voorstellen om het gesprek samen te doen of hierbij te ondersteunen.

Mocht jouw client/leerling/werknemer blijven weigeren, dan zijn er 2 situaties mogelijk: 

Je hebt geen beroepsgeheim:
Beloof nooit geheimhouding, wees transparant over dat je familie wil gaan inlichten en waarom. Mocht de cliënt/leerling/medewerker echt niet willen dat familie ingelicht wordt, is het aan de organisatie om te bepalen op welke gronden familie wel ingelicht worden. Argumenten hiervoor moeten altijd vastgelegd worden.  Het standpunt van 113 is om altijd familie te betrekken, leeftijd hierin maakt dan niet uit, het gaat ten slotte over leven en dood. Familie is een belangrijke schakel richting hulp en is een belangrijke steunfactor voor cliënt/leerling. Bovendien is de organisatie of de betrokken professional niet 24/7 bereikbaar. 

Je hebt wel beroepsgeheim: 
Sla altijd als eerste het professioneel en/of kwaliteitsstatuut erop na om te kijken wat het suicideprotocol is voor jouw organisatie. Hierin staan zowel de rechten en plichten opgenomen voor elke medewerker afzonderlijk als het gaat om suicidaliteit. Deze is leidend. Over het algemeen kan gesteld worden dat wanneer er een conflict van plichten is (beroepsgeheim versus goede zorg), goed hulpverlenerschap leidend is.

Als dit betekent dat het doorbreken van het beroepsgeheim voorkomt dat iemand zal overlijden aan zelfdoding, je deze stap mag zetten. Hierbij is het wel van belang dat de genomen beslissing voldoende onderbouwd is en indien mogelijk moet je voor- of achteraf client/leerling/ werknemer hierover inlichten.

Daarnaast wordt geadviseerd om je overwegingen met een collega te bespreken en dit mee te nemen in de rapportage over de route naar besluitvorming over het wel of niet doorbreken van het beroepsgeheim.
Om een beroep te kunnen doen op het ‘conflict van plichten’ moeten in beginsel alle onderstaande voorwaarden zijn vervuld: 
• Alles is in het werk gesteld om toestemming tot doorbreking van het geheim te verkrijgen. 
• Het niet-doorbreken van het geheim levert voor een ander ernstige schade op. 
• De arts verkeert in gewetensnood door het handhaven van de zwijgplicht. 
• Er is geen andere weg dan doorbreking van het geheim om het probleem op te lossen. 
• Het moet vrijwel zeker zijn dat door de geheimdoorbreking de schade aan de ander kan worden voorkomen of beperkt. 
• Het geheim wordt zo min mogelijk geschonden. 
(bron: KNMG richtlijn)
 

Wat moet ik doen als er derden in gevaar zijn?

Het kan voorkomen dat derden in gevaar zijn als iemand zelfmoordgedachten heeft. Belangrijk hierbij is om concreet te krijgen hoe acuut dit gevaar daadwerkelijk is; is diegene serieus van plan om anderen iets aan te doen of zijn er mogelijke anderen in gevaar doordat iemand zelfmoord wil plegen (denk hierbij bijvoorbeeld aan jonge kinderen die nog in huis zijn)?

Wanneer we het hebben over een acute situatie bedoelen we een situatie waarin iemand een concreet plan heeft en dit plan binnen de aankomende 24 uur wil uitvoeren. In dit geval kan je contact opnemen met 112, de plaatselijke politie of andere hulpdiensten. Mocht het minder acuut en concreet zijn, ga dan altijd in gesprek met de ander en bespreek wat je kan doen om hem/haar te helpen. Mocht je je zorgen blijven maken, kan je altijd contact opnemen met de huisarts, Meldpunt Zorgwekkend Gedrag of de plaatselijke wijkagent/politie. 

Je hebt een beroepsgeheim: 
Over het algemeen kan gesteld worden dat wanneer er een conflict van plichten is (beroepsgeheim versus voorkomen van schade aan derden), het beroepsgeheim doorbroken mag worden om toekomstig ernstig leed bij derden te voorkomen. Hierbij is het wel van belang dat de genomen beslissing voldoende onderbouwd is en indien mogelijk moet je voor- of achteraf client/leerling/werknemer hierover inlichten.

Daarnaast wordt geadviseerd om je overwegingen met een collega te bespreken en dit mee te nemen in de rapportage over de route naar besluitvorming over het wel of niet doorbreken van het beroepsgeheim. 

Om een beroep te kunnen doen op het ‘conflict van plichten’ moeten in beginsel alle onderstaande voorwaarden zijn vervuld: 
• Alles is in het werk gesteld om toestemming tot doorbreking van het geheim te verkrijgen. 
• Het niet-doorbreken van het geheim levert voor een ander ernstige schade op. 
• De arts verkeert in gewetensnood door het handhaven van de zwijgplicht. 
• Er is geen andere weg dan doorbreking van het geheim om het probleem op te lossen. 
• Het moet vrijwel zeker zijn dat door de geheimdoorbreking de schade aan de ander kan worden voorkomen of beperkt. 
• Het geheim wordt zo min mogelijk geschonden. 
(bron: KNMG richtlijn)
 

Hoe praat je met kinderen over zelfmoordgedachten/zelfmoordpogingen?

Praten over leven en dood is iets dat besproken kan worden met kinderen, het normaliseren en aan de hand van eventueel spelletjes of boekjes kan een kind het een plekje geven. Let hierbij op wat goed aansluit bij leeftijd en ontwikkeling van het kind. 
Hetzelfde geldt voor de manieren waarop iemand dood kan gaan.

Het kan in zijn algemeenheid uitgelegd worden dat iedereen dood kan gaan aan verschillende oorzaken en onder andere zelfmoord, wees concreet en duidelijk over wat er kan gebeuren. Waarheid verdraaien doet vaker kwaad dan goed, nare details kun je achterwege laten maar wees wel eerlijk. Als kinderen daar zelf aan toe zijn, komen zij zelf met vragen. Wanneer een kind de waarheid van een ander (dan ouders/verzorgers) hoort, kan dat vertrouwen beschadigen. Wanneer je dit niet bespreekt met het kind, kan fantasie het overnemen en kan het kind het erger maken dan het is.

Er zijn boekjes die kunnen helpen om over suicidaliteit / een suicide in gesprek te gaan.
Onderstaande kinderboeken zijn ongeveer vanaf 6 jaar geschikt:  
•    De visjes van Oceane
•    De rode hoed van Luna
 

Wat voor zorg is er voor nabestaanden?

 Voor nabestaanden zijn er verschillende mogelijkheden, er is bijvoorbeeld lotgenotencontact mogelijk. Belangrijk hierbij is dat er veel overeenkomsten zijn met andere rouwenden, maar dat er ook verschillen zijn, zoals meer zoeken naar motieven en verklaringen van de zelfdoding, grote schok en ongeloof, schuldgevoelens, boosheid en soms ook opluchting ervaren.

 Voorbeelden voor dit contact kun je krijgen via de volgende instanties:
•    De Rogier Hulst Foundation biedt ondersteuning in het rouwproces na zelfdoding en organiseert lotgenoten dagen met verschillende thema’s.
 www.rogierhulstfoundation.nl/home
•    De website Leven na Zelfdoding biedt ondersteuning na verlies door zelfdoding door het aanbod van hulp in kaart te brengen evenals lotgenoten contact en literatuur/documentaires. 
https://levennazelfdoding.nl/
•    Steunpunt Rouw na Zelfdoding ondersteunt nabestaanden bij het verwerkingsproces en adviseert organisatie die met zelfdoding te maken krijgen.
 https://www.steunbijverlies.nl/index.php
•    Bij de Stichting Nabestaandenzorg kunt u terecht voor een goed gesprek en een luisterend oor. Dit kan op verschillende manieren: individueel, in groepsverband of beide. Tijdens het kennismakingsgesprek bekijken we samen wat uw wensen zijn en wat bij u past. 
https://www.stichting-nabestaandenzorg.nl/Home
•    De Yvonne van de Ven Stichting verzamelt verhalen en ervaringen van naasten, nabestaanden en mensen die suïcidale gedachten hebben (gehad) en bundelt deze in boekvorm. 
https://ivonnevandevenstichting.nl/nabestaanden/


Een andere optie is de huisarts als startpunt voor ondersteuning. Ook is er Slachtofferhulp Nederland, waar je terecht kunt met je verhaal en om praktische en juridische vragen te stellen. Bovendien stelt de politie een contactpersoon beschikbaar, die jou informatie kan geven over het onderzoek.

De contactpersoon gaat over in beslag genomen spullen en diegene kan jou doorverwijzen naar andere hulpinstanties. Ook kan deze contactpersoon je bijstaan bij dossierinzage en kun je allerlei andere vragen over het overlijden stellen.  
Mocht je een bijdrage willen leveren aan wetenschappelijk onderzoek van 113, waarbij nabestaanden vragen beantwoorden over hun verloren naaste(n), kijk dan eens op 113.nl/samenleren 
 

Ik werk niet in de zorgsector, maar iemand binnen het bedrijf heeft zelfmoordgedachten. Wat kan ik doen?

Het is belangrijk om samen met je teamleider/manager te bespreken wat jouw rol hierin is en na te gaan bij de HR-afdeling of er een suïcideprotocol aanwezig is. 
Vervolgtips hierbij zijn om allereerst het gesprek aan te gaan en hierbij contact te maken, je kunt hierbij directe vragen stellen over de aanwezigheid van zelfmoordgedachten of diegene al een concreet plan heeft (Zie ook Vraag maar training).

De volgende stap is verwijzen naar eigen netwerk of hulp. Benoemen dat iemand contact met 113 kan opnemen is hierbij belangrijk. Mocht deze persoon een concreet plan voor zelfmoord hebben voor vandaag of morgen dan kun je altijd 112 of de huisartsenpost bellen. 
 

Wat moet ik doen na een suicide(poging) in mijn organisatie?

In samenwerking met een jurist gezondheidsrecht van het VvAA heeft de Inspectie Gezondheidszorg & Jeugd (IGJ) een handreiking opgesteld met een stappenplan.  

Staat je vraag er niet tussen? Neem dan contact op met de overleg en advieslijn professionals door het webformulier in te vullen. Je ontvangt binnen 1 werkdag een reactie.